Haas op de Veluwe

Wie ik ben

Ik ben een haas– Lepus europaeus. Mijn familie leeft al generaties lang in de open heide-velden, graslanden en bosranden van dit uitgestrekte gebied. Onze poten maken paden die geen kaart kent. Onze ogen en oren zijn gebouwd op waakzaamheid. Wij leggen onze jongen in een leger – een ondiepe kuil in open terrein – en vertrouwen op stilte en overzicht om te overleven.
We zijn inheemse bewoners. In de Wet natuurbescherming zijn wij aangemerkt als ‘wild’, maar onze leefruimte is wettelijk gebonden aan zorgplichten, rustgebieden en faunabeheer.

Mijn rol in het ecosysteem

Ik ben geen roofdier, geen zeldzaamheid, maar wel essentieel. Ik eet jonge grassen, kruiden, knoppen – en houd zo vegetatie open. Waar ik graas, ontstaat ruimte voor andere soorten. Mijn leger en wissels worden gebruikt door vogels, insecten, kleine zoogdieren. Ik ben voedsel voor roofvogels, vossen en marters. Mijn aanwezigheid weeft verbinding tussen soorten, tussen lagen, tussen dag en nacht. Zonder mij wordt het veld stiller – niet alleen qua geluid, maar qua leven

Mijn waarde voor mens en klimaat

Ik ben geen zeldzaamheid, maar ik ben een sleutelsoort. Waar hazen leven, werkt het open landschap. Wij houden het gras kort, verspreiden zaden, en zijn een bron van voedsel voor roofvogels, vossen en mensen. Onze aanwezigheid vertelt iets over stilte, voedselkwaliteit en ruimte. In ons zie je hoe een landschap functioneert. En hoe snel dat kan omslaan.

Wat mij bedreigt

De plannen voor intensiever gebruik van het Schietkamp brengen ons voortbestaan in gevaar.
Ik ben met mijn jongen in ons leger – een ondiepe kuil tussen het gras, nauwelijks zichtbaar. Plotseling, zonder waarschuwing, slaat de aarde onder ons open: een 120 mm mortier slaat in op korte afstand. De grond trilt, de lucht vibreert, het geluid snijdt door merg en been. Mijn jongen slaan op de vlucht. Of juist niet – verlamd van angst. Mijn instinct gebiedt me te rennen, maar waarheen als het hele veld onveilig is?

En ik ben niet alleen. Over het hele oefenterrein slaan hazen op de vlucht – het hazenleger in totale paniek. Verwonding, verlaten nesten, sterfte door uitputting of botsingen met voertuigen. Onze strategie is vluchten – maar als vluchten niet meer helpt, is het landschap voor ons verloren

Wat vergeten is

Waar het gras te kort wordt gemaaid en verstoring te vaak komt, wordt vluchten een wanhoopssprong. Mijn jongen kunnen zich nergens meer verschuilen.

In het Ontwerp-NPRD worden wij niet genoemd. Niet als soort, niet als signaal. Toch zijn wij aanwezig – in aantallen, in sporen, in ecologische betekenis. Wij zijn afhankelijk van rust en openheid, juist op plekken die nu worden voorgesteld als oefenterrein voor zware inzet. Dat niet alleen mensen lijden onder overlast, maar ook wij, is geen overweging geweest in de Zeefmethodiek.

Wat ik vraag

‘Ik vraag dat de open graslanden waar wij rusten, werpen en vluchten niet worden betreden met rupsbanden, explosies of plotselinge verplaatsingen van zwaar materieel. De Wet natuurbescherming verplicht tot het voorkomen van opzettelijke verstoring van algemene soorten wanneer de ernst of herhaling hiervan leidt tot duurzaam populatieverlies. Houd rekening met die zorgplicht.’

Mijn stem

Wij hazen maken geen wet, geen rapport. Maar wij zijn hier. Als het leger van hazen verdwijnt, is dat geen nieuwsbericht. Het is een verlies dat stil valt. En pas later wordt gevoeld – als het landschap niet meer leeft.

Juridisch kader

De haas is als inheemse soort beschermd onder artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming. In 2020 is de soort opgenomen op de Rode Lijst van Nederlandse zoogdieren als ‘gevoelig’, vanwege afnemende aantallen en versnippering van leefgebieden. Hoewel de haas niet expliciet valt onder de Habitatrichtlijn, geldt op basis van artikel 191 VWEU het voorzorgsbeginsel ook voor soorten buiten de bijlagen. Volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie (C-461/17, Holohan) moet in een Passende Beoordeling ook aandacht worden besteed aan functionele elementen van het ecosysteem buiten beschermde gebieden, wanneer soorten daarin afhankelijk zijn van rust, dekking en voortplantingsmogelijkheden. Voor de haas betreft dit met name de heideterreinen en open zones binnen MLT Harskamp, waar loopgraven, mortierinzet en grootschalige voertuigbewegingen de vaste verblijfplaatsen structureel kunnen verstoren. De cumulatieve druk op leefgebied is niet gekwantificeerd in het planMER of de Passende Beoordeling, waarmee het programma tekortschiet in zijn zorgplicht en artikel 2.1 Wet natuurbescherming

Bronnen

  • Berendse, F., et al. (2022). Verlies van open graslandfauna door intensieve verstoring: een analyse vanuit zoogdierstandpunten. Alterra Wageningen.
  • ELO (2020). Wildbeheereenheden in balans met recreatie en natuurdoelen. Ecologisch rapport voor Veluwezoom.
  • LNV (2020). Rode Lijst Zoogdieren Nederland. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
  • Van Wieren, S.E. (2010). De haas (Lepus europaeus) als ecologische indicator voor landschapskwaliteit. WUR Publicaties.
  • Wet natuurbescherming – artikelen 3.1 t/m 3.20 (m.n. zorgplicht en bescherming rustgebieden).
  • Habitatrichtlijn 92/43/EEG – artikel 6 lid 2 (indirecte werking via ecosysteemimpact).
  • Milieueffectrapportage Ontwerp-NPRD – Deel B & Passende Beoordeling (2025).
  • PAS Gebiedsanalyse Veluwe (2017) – o.a. afname biodiversiteit en verstoringsgevoeligheid in open terrein op militaire gronden.
  • EU-Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) – artikel 191 (voorzorgsbeginsel en preventiebeginsel).

Bekijk andere soorten