Wie ik ben
Ik ben een kleine schorseneer. Mijn naam klinkt bekend, maar ik ben zeldzaam geworden. Ooit stond ik in veel van de bloemrijke graslanden van Nederland. Nu nog op slechts enkele stille, schrale plekken.
Mijn gele bloemen zijn bescheiden, mijn aanwezigheid bijzonder. Ik ben een getuige van hoe rijk het landschap ooit was.
Mijn rol in het ecosysteem
Ik groei in onbemeste schraalgrasland, aan de randen van heide, langs beken en in extensief beheerde hooilanden. Ik ben een langlevende soort, afhankelijk van stabiliteit in beheer en hydrologie. Mijn aanwezigheid wijst op voedselarme, soortenrijke omstandigheden – belangrijk voor vlinders, bijen, amfibieën en vogels die hier ook leven. Mijn verdwijnen is een signaal dat het systeem wankelt.
Mijn waarde voor mens en klimaat
Mensen zien mij zelden, maar waarderen het landschap dat ik vertegenwoordig: open, stil, bloemrijk. Ik ben een herinnering aan boerenbeheer zonder kunstmest, aan natuurlijke cycli, aan de seizoenen. En ik laat zien dat herstel van soortenrijkdom mogelijk is – maar alleen als de condities kloppen en we met rust gelaten worden.
Wat mij bedreigt
Mijn leefgebied is klein en kwetsbaar. Verdroging, betreding, stikstof, en bodemverdichting zijn dodelijk. De militaire plannen van het Ontwerp-NPRD vormen een bedreiging als oefenzones, corridors of infrastructuur mijn schrale graslanden kruisen. Mijn zaden verspreiden zich nauwelijks. Als ik verdreven word, kom ik niet meer terug.
Wat vergeten is
Hoewel ik karakteristiek ben voor het habitattype H6410, word ik zelden expliciet genoemd in planMER’s of Passende Beoordelingen. Mijn aanwezigheid maakt het verschil tussen een arm grasland en een natuurdoel. En omdat ik ernstig bedreigd ben, telt elke populatie. Maar in het NPRD ben ik niet in beeld.
Wat ik vraag
Ik vraag:
Bescherm mijn leefgebied met de zorgvuldigheid die mijn kwetsbaarheid vereist. Neem mij op in de effectbeoordeling. Voorkom verdroging, bekijk militaire activiteiten in relatie tot mijn bodemtype en herstel schrale graslanden in plaats van ze te verstoren. Want als mijn plek verdwijnt, verdwijnen met mij tientallen andere soorten.
Mijn stem
Ik ben bijna vergeten. Maar ik besta. En met mij spreekt een landschap waarin rust en bloemen nog ruimte krijgen. Mijn verdwijnen is geen klein verlies, maar een signaal. Hoor mij nu, voordat ik zwijg.
Juridisch kader
De Kleine schorseneer is opgenomen op de Rode Lijst van Nederlandse plantensoorten als ‘ernstig bedreigd’. Hoewel de soort niet voorkomt op de bijlagen van de Habitatrichtlijn, is zij wel beschermd via artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming, dat de zorgplicht bevestigt voor inheemse flora buiten Natura 2000-gebieden. Daarnaast geldt op grond van artikel 191 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) het voorzorgsbeginsel, dat vereist dat het ontbreken van volledige gegevens geen reden mag zijn om af te zien van bescherming. Volgens het Holohan-arrest (C-461/17) moeten Passende Beoordelingen niet alleen kwalificerende soorten, maar ook andere ecologisch significante soorten meenemen in de beoordeling van ruimtelijke plannen. De kleine schorseneer komt voor in schrale gras-landen en heideterreinen zoals op delen van MLT Harskamp en de Deelerwoudzone. Deze habitats worden in het Ontwerp-NPRD niet herkenbaar benoemd, laat staan beschermd. Daarmee ontbreekt de vereiste gebiedsspecifieke beoordeling en schiet de beoordeling van effecten op deze soort tekort.
Bronnen
- Soortenregister Nederland – Scorzonera humilis (www.nederlandsesoorten.nl)
- Rode Lijst Vaatplanten Nederland (2020) – Rijksoverheid, status: ernstig bedreigd
- Habitatrichtlijn 92/43/EEG – habitat H6410 (voedselarm hooiland)
- Wet natuurbescherming – beoordeling staat van instandhouding H6410
- Kruijer, H. et al. (2010). Basisrapport habitat H6410 – Wageningen Environmental Research
- Beheerplan Natura 2000 – Veluwe (BIJ12, 2017)
- Gebiedsanalyse Veluwe (PAS, 2017) – Ministerie van LNV
- PlanMER en Passende Beoordeling bij Ontwerp-NPRD (2025)
- HvJ EU, C-127/02 – eisen Passende Beoordeling
- VWEU artikel 191 – voorzorgsbeginsel
- EU-Handvest artikel 37 – milieubescherming in beleid