Meervleermuis
In de schemering vlieg ik laag over plassen, beken en vennen, op jacht naar muggen en motten.
Haas
Mijn familie leeft al generaties lang in de open heide-velden, graslanden en bosranden van dit uitgestrekte gebied. Onze poten maken paden die geen kaart kent.
Ruige Dwergvleermuis
Ik ben een nachtreiziger. In het donker steek ik landen over, volg ik rivieroevers, bosranden, stilte.
Wolf
Ik beweeg stil, kijk scherp, leef in samenhang. Ik ben teruggekeerd, niet als bedreiging, maar als onderdeel van iets dat ooit vanzelfsprekend was.
Egel
Een nachtdier, een zoeker, een verstilde reiziger met stekels. Ik leef in heggen, ruige bermen, onder struiken en bladeren.
Edelhert
Groot, krachtig en oud in de verhalen van dit land. Mijn silhouet verschijnt in ochtendmist, mijn roep weerklinkt in de bronst.
Wild zwijn
Met mijn familie vorm ik een roedel: zeugen, keilers, jongen. Ik graaf, wroet, snuffel en speur.
Boommarter
Mijn vacht is donker, mijn keel helder – en mijn leven speelt zich grotendeels af in stilte en beschutting.
Das
Ik leef in het donker, onder de grond, in eeuwenoude burchten die generaties hebben gedragen. Ik beweeg traag, bedachtzaam, trouw aan mijn leefgebied.