Wespendief boven de Veluwe

Wie ik ben

Ik ben de wespendief – Pernis apivorus.
Mijn vleugels snijden stil door de lucht boven de Veluwe. Ik kom van ver – uit tropisch Afrika – om hier, in de uitgestrekte bossen, mijn nest te bouwen. Mijn naam is misleidend: ik jaag niet op mensenwespen, maar op hun larven, diep verborgen in oude bosbodems. Mijn leven is verweven met dat van bossen, insecten, stilte en seizoenen.Ik ben opgenomen in bijlage I van de Vogelrichtlijn. Mijn bescherming is niet optioneel, maar een verplichting. Mijn populatie is klein, kwetsbaar en lokaal gebonden. En de Veluwe is een van mijn laatste bolwerken in Nederland.

Mijn rol in het ecosysteem

Ik ben een sleutelsoort in het bosrijke ecosysteem van de Veluwe. Mijn dieet – vooral bestaande uit larven van wespen en bijen – helpt plagen van sociale insecten in toom te houden, zonder het evenwicht te verstoren. Zo houd ik de balans tussen soorten scherp, zonder roofzucht. Als gespecialiseerde predator ben ik een indicator voor biodiversiteit: ik heb uitgestrekte, rustige leefgebieden nodig, met voldoende insectenrijkdom en oude bomen voor mijn nesten. Als ik verdwijn, is dat een teken dat het systeem verschraalt – dat de voedselketen onder druk staat, dat de stilte wijkt. Mijn aanwezigheid betekent samenhang: tussen bos en open plek, tussen insect en roofvogel, tussen leven op de grond en in de lucht.

Mijn waarde voor mens en klimaat

Ik leef van larven in oude wespennesten, diep onder het bladerdek. Daarmee help ik populaties insecten in evenwicht te houden. Mijn aanwezigheid wijst op een gezond, soortenrijk bos – rijk aan voedsel, variatie, rust. Waar ik broed, functioneren bodem, boom en biodiversiteit als geheel. Mijn soort is niet dominant, maar verbonden. Als schakel in het web van leven draag ik bij aan ecosysteemdiensten waar ook mensen op vertrouwen: bestuiving, plaagbeheersing, kringlopen.

Als ik verdwijn, is dat een teken dat het bos zijn balans verliest – en daarmee ook de diensten die de mens nodig heeft om te leven.

Wat mij bedreigt

De plannen voor uitbreiding van militaire activiteiten op MLT Deelen brengen mijn bestaan in gevaar:

  • Helikopterbewegingen boven en nabij mijn nestlocaties
  • Lage overvliegende transportvliegtuigen in de broedtijd (mei-juli);.
  • Grootschalige troepenbewegingen en oefeningen in bosranden;
  • Hinder van drones, grondverzet en trillingen tijdens aanleg en gebruik van infrastructuur zoals de dirt strip.

Ik nestel hoog in oude bomen, in rustige bosgebieden. Eén verstoring op het verkeerde moment – en ik verlaat het nest. Mijn jongen sterven, mijn reproductie stokt. Zo verdwijnt een soort, langzaam, maar onherroepelijk.

Wat vergeten is

Ik nestel hoog in oude bomen, maar ik jaag stil in open terrein. Als de lucht vibreert van motoren, blijft er voor mij geen rust en geen voedsel over.
In het ontwerpNPRD ben ik nergens specifiek genoemd, terwijl ik een wettelijke doelsoort ben voor Natura 2000gebied Veluwe. Mijn gevoeligheid voor verstoring is goed gedocumenteerd. En toch ben ik onzichtbaar gebleven in de Passende Beoordeling.
De Zeefmethodiek van Defensie rekende mensen, maar niet mij. De locatiekeuze ging uit van lage menselijke dichtheid – niet van hoge ecologische waarde. Dat is een omkering van waarden. De Veluwe is geen restgebied, maar kerngebied voor soorten zoals ik.

Wat ik vraag

Ik vraag:

  1. Dat mijn broedgebieden worden uitgesloten van militaire activiteiten tijdens het broedseizoen;
  2. Dat vluchten onder 500 meter boven Natura 2000bosgebied worden verboden in voorjaar en zomer;.
  3. Dat Defensie haar ecologische verantwoordelijkheid serieus neemt en niet verschuilt achter oude rustdata;
  4. Dat mijn naam niet alleen voorkomt op een lijst, maar ook doorklinkt in beleid.

Bescherming zonder toepassing is leeg. Wetgeving zonder handhaving is schijn.

Mijn stem

Ik ben een roofvogel, maar geen vechter. Ik zoek rust, en een plek om mijn jongen groot te brengen. Ik ben deel van dit systeem – een teken van bosgezondheid, een schakel in een groter geheel. Ik ben de wespendief. Zie mij voordat ik verdwijn.

Juridisch kader

De wespendief is een soort die valt onder Bijlage I van de Vogelrichtlijn. Op grond van artikel 4, lid 1 van die richtlijn, zijn lidstaten verplicht om bijzondere beschermingsmaatregelen te nemen voor de instandhouding van leefgebieden van deze soorten, ook buiten Natura 2000-gebieden. Sinds het Holohan-arrest (HvJ EU, C-461/17) en recente HRA-richtsnoeren (april 2025) mag geen relevante soort óf functionele habitat-element buiten de Passende Beoordeling worden gehouden. Zeker niet als het plan langdurige verstoring voorziet, zoals behoefte 44 in het Ontwerp-NPRD. De recente uitspraak van Rechtbank Den Haag (Greenpeace v. State, 22 jan. 2025) onderstreept dat zelfs stikstofgerelateerde of fysieke verslechtering van habitats juridisch verboden is – een precedent dat ook bodem-, geluids- en lichtschade door militaire activiteiten onder het NPRD onacceptabel maakt.

Bronnen

  • BIJ12 – Kennisdocument Soortenbescherming Wespendief (2020)
  • Sovon Vogelonderzoek Nederland – Soortinformatie, verspreiding en trendgegevens
  • Reijnen, Veenbaas & Foppen (1995) – Verstoringseffecten van verkeer op broedvogels in bossen
  • Vogelrichtlijn 2009/147/EG – Bijlage I, artikelen 4 en 5
  • Wet natuurbescherming – soortenbescherming en Natura 2000regelgeving.
  • Passende Beoordeling OntwerpNPRD – beoogde activiteiten op en rond MLT Deelen.
  • EU Biodiversiteitsstrategie 2030 – herstel van roofvogels en instandhouding van bosecosystemen
  • Zeefmethodiek Defensie – locatieafwegingen op basis van menselijke bewoning
  • Gebiedsanalyse PAS Veluwe (2017) – kwetsbaarheid van roofvogelleefgebieden bij verstoring in heidebosmozaïeken.

Bekijk andere soorten