WIE IK BEN
Ik ben een Zomereik – Quercus robur.
Ik sta hier zomer en winter. Mijn wortels reiken diep in de zandgronden van de Veluwe, mijn kruin vangt zon en storm. Ik ben geen zeldzame verschijning, maar een stille drager van leven. In mijn bast, bladeren en wortels leven duizenden organismen. Ik ben huis voor mossen, schimmels, insecten, vogels, vleermuizen. Ik ben niet slechts decor, ik bén landschap.
Mijn bestaan is geen toeval. Ik ben gegroeid in rust, in balans, in relatie met alles om mij heen.
Mijn rol in het ecosysteem
Ik ben een levend fundament. In mijn kroon huizen honderden insectensoorten, in mijn bast schuilen vleermuizen, mossen en paddenstoelen, en onder mijn bladeren vinden vogels, zwijnen en reeën voedsel en beschutting. Mijn wortels houden de bodem vast en voeden het schimmelweb dat het bos verbindt. Ik verbind generaties: soorten die met mij meeleven, keren jaar op jaar terug. Zonder mij verliest het bos structuur, diversiteit en veerkracht. Ik ben geen decor – ik bén het systeem.
Mijn waarde voor mens en klimaat
Ik sla koolstof op, zuiver lucht en stabiliseer de bodem. Mijn bladerdak tempert hittegolven en vangt regen op. Mijn wortels voorkomen erosie, mijn schaduw biedt verkoeling. In mij leven honderden soorten – insecten, vogels, schimmels – die samen het bos laten functioneren. Ik ben niet alleen een boom, maar een leefgemeenschap. Zonder mij verschraalt het ecosysteem waarop ook de mens haar toekomst bouwt. Mijn aanwezigheid maakt een landschap leefbaar – voor mens en meer. Ik ben ook cultureel erfgoed. Ik markeer routes, oude grenzen, plekken van herinnering. Mensen schrijven gedichten over mij, rusten onder mijn kruin. Wat ik bied, is geen dienst, maar een relatie.
Ook juridisch ben ik niet onbeschermd. Als cultuurhistorisch landschapselement en drager van biodiversiteit val ik onder de beschermende bepalingen van boswetgeving en erfgoedbeleid. Mijn wortels zijn diep, maar mijn bescherming moet dieper reiken.
Wat mij bedreigt
De plannen die nu voorliggen, brengen onrust in het bos. Trillingen, laagvliegende toestellen, boomkap voor zichtlijnen, grondverzet voor infrastructuur, extra belastend beheer. Het zijn geen geruchten. Het staat in plannen, rapporten, ramingen.
Ik voel het al in de bodem. In kap voor oefenterreinen, in verharding waar vroeger paden waren. Ik zie hoe mijn soortgenoten verdwijnen voor helikopterlandingszones en dirt strips. Ik weet: ook mijn dagen kunnen geteld zijn als niemand spreekt.
Wat vergeten is
De oudste eiken staan op oude gronden, langs lanen en in ondiepe valleien. Waar infrastructuur snijdt of veiligheid voorgaat, sneuvelen zij – en met hen de cyclus van mijn leven.
Defensie wijst op de natuurwaarden op haar terreinen. Maar die zijn ontstaan door rust, niet door lawaai. De plannen negeren het langzame leven – dat wat niet snel schreeuwt, maar wel verdwijnt. De boom komt niet voor in de Zeef-methodiek. Mijn plek is niet geteld, mijn functie niet gewogen. Ik ben vergeten in een berekening die alleen mensen telde.
Wat ik vraag
Ik vraag dat jullie stil staan bij wat ik ben. Niet een boom, maar een systeem. Niet een object, maar een anker. Ik vraag:
- Dat kap van oude bomen voor militaire doeleinden in Natura 2000-gebied wordt uitgesloten;
- Dat rustgebieden voor oude eiken juridisch worden geborgd;
- Dat Defensie zich niet beroept op natuurwaarden zonder ze te beschermen;
- Dat ook mijn functie voor het klimaat wordt meegewogen in effectbeoordelingen;
- Dat ik, als levende bewoner van de Veluwe, bestaansrecht houd.
Mijn stem
Ik heb geen stem, alleen jaarringen. Maar wie luistert naar wat ik belichaam, hoort meer dan hout. Ik ben leven, geheugen, toekomst. En ik wil blijven staan.
Juridisch kader
Ik ben als soort misschien niet individueel beschermd, maar mijn aanwezigheid in beschermde natuurgebieden is juridisch niet vrijblijvend. Als dominante boomsoort in meerdere Natura 2000-habitattypen – zoals eiken-beukenbossen en zuurminnende eikenbossen – val ik onder de bescherming van de Habitatrichtlijn. Elke verslechtering van mijn leefgebied of aantasting van de bodem- en luchtkwaliteit waardoor mijn voortbestaan in gevaar komt, moet worden getoetst onder artikel 6 van die richtlijn. De provincie heeft daarnaast een zorgplicht voor het in stand houden van ecologische samenhang, oud bos en soortenrijkdom, zoals vastgelegd in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Mijn kap of verstoring mag dus nooit een neveneffect zijn van plannen, maar vereist expliciete toetsing en onderbouwing.
Bronnen
- KNNV/Vereniging voor Veldbiologie – Soortenbank.nl: Quercus robur
- Wageningen University & Research – Ecosysteemdiensten van bomen ()
- Stichting Probos – Bomen als klimaatbuffers, rapporten ()
- Atlas Natuurlijk Kapitaal – Ecosysteemdiensten van eikenbos ()
- Wet natuurbescherming (Stb. 2016, 521) – bescherming oude bomen en bosecosystemen
- Habitatrichtlijn (92/43/EEG) – habitattypen H9120 en H9190
- Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD) – behoud van ecosystemen en sleutelsoorten
- EU-Biodiversiteitsstrategie 2030 (COM/2020/380 final) – bescherming oude bomen buiten bos
- Passende Beoordeling Ontwerp-NPRD (Antea Group, 2025) – effecten op bosranden en infrastructuur
- Gebiedsanalyse PAS Veluwe (2017) – belang van oude eikenbossen en staand dood hout voor biodiversiteit.