WIE IK BEN
Ik ben het Duivels naaigaren – Cuscuta epithymum.
Een tenger, roodachtig draadje, kronkelend om de stengel van struikhei. Ik heb geen bladeren, geen wortels. Ik leef van verbinding. Ik ben een parasiet, maar ook een teken van ecologische rijkdom. Mijn aanwezigheid wijst op gezonde, open droge heiden. Mijn verdwijnen is stil – maar definitief.
Ik ben zeldzaam. Volgens de Rode Lijst van Nederlandse flora ben ik ‘ernstig bedreigd’. Mijn verspreiding is beperkt tot enkele plekken op de Veluwe. Waar ik nog leef, is rust en ruimte – geen verstoring, geen betreding, geen grondverzet.
MIJN ROL IN HET ECOSYSTEEM
Ik heb struikhei nodig om te groeien. Maar niet elke hei voldoet. Alleen jonge, open vegetaties op voedselarme zandgronden zijn geschikt. Ik verdraag geen schaduw, geen bemesting, geen verstoring. Een paar keer een rupsbandvoertuig, een tijdelijke opstelplaats, een graafmachine – en ik ben weg. Niet alleen ik, maar ook de gastheer die ik nodig heb.
Mijn waarde ligt niet in zichtbaarheid, maar in betekenis: ik ben een indicator van heidekwaliteit. Waar ik voorkom, werkt het systeem nog.
MIJN WAARDE VOOR MENS EN KLIMAAT
Ik ben een indicatorsoort. Als ik er ben, zijn het water, de bodem en de biodiversiteit gezond. Ik help insectenpopulaties in balans houden en vorm voedsel voor vogels en zoogdieren.
Mijn aanwezigheid betekent dat het systeem nog werkt: het ritme van seizoenen, van waterstanden, van leven dat ademt op stilte. Voor mensen ben ik bovendien erfgoed – de blauwe roep van de lente, symbool van kwetsbare veenvennetjes waar mens en natuur elkaar raken.
WAT MIJ BEDREIGT
De plannen van Defensie bedreigen mijn habitat direct:
- Grondverzet bij aanleg van de ‘dirt strip’ op MLT Deelen;
- Intensiever gebruik van heideterreinen door troepen en voertuigen;
- Dronebewegingen en oefeningen met laagvliegende helikopters, die rustgebieden verstoren;
Oefeningen buiten bestaande infrastructuur, die open heide betreden en verstoren.
Deze invloeden leiden tot verdichting, verstoring en uitputting van schrale vegetatie. Daarmee verdwijnt ook mijn gastheer – en ik met hem.
WAT VERGETEN IS
Ik leef op arme bodem. Die arme bodem wordt zeldzaam waar machines maaien, rijden, keren en keren. Elke bandafdruk in de heide is een wortel minder.In het ontwerp-NPRD ben ik niet genoemd. Niet ik, noch mijn habitat. Toch ben ik wettelijk beschermd – als ernstig bedreigde soort op de Rode Lijst. Ik ben vergeten omdat ik klein ben, kwetsbaar, niet opvallend. Maar wettelijk telt dat niet. Bescherming geldt niet alleen voor vogels die zingen, maar ook voor planten die niemand ziet – totdat ze weg zijn.
Defensie beroept zich op biodiversiteit op eigen terreinen. Maar dat is biodiversiteit onder rust. Jullie plannen brengen druk. Niet balans.
WAT IK VRAAG
- Dat mijn leefgebied – open droge heide – wordt uitgesloten van gebruik voor oefeningen en infrastructuur;
- Dat het ontwerp-NPRD rekening houdt met het voorkomen van ernstig bedreigde flora;
- Dat herstelmaatregelen niet als vervanging gelden voor behoud van oorspronkelijke vegetatie;
- Dat Defensie mij meerekent in haar verantwoordelijkheid voor natuur.
Ik ben klein. Maar mijn aanwezigheid betekent dat het systeem werkt. Verlies mij – en je verliest meer dan een plant.
MIJN STEM
Ik spreek niet. Ik bloei, kort, onopvallend. Maar ik ben hier nog. Deze zienswijze is mijn spoor in jullie systeem. Zie mij, voordat ik verdwijn.
JURIDISCH KADER
Ik ben zeldzaam, kwetsbaar en wettelijk beschermd. Als inheemse soort ben ik opgenomen op bijlage 1 van de voormalige Regeling natuurbescherming, en daarmee onder de Omgevingswet en het Omgevingsbesluit blijven vallen onder het verbod op opzettelijke verwijdering, beschadiging of vernieling van mijn groeiplaatsen. Mijn voortbestaan is direct afhankelijk van specifieke gastplanten in schrale, open vegetaties zoals droge heiden, grazige pioniergemeenschappen en duinheiden – habitats die onder druk staan.
Mijn leefgebied overlapt met meerdere kwetsbare Natura 2000-habitattypen, waaronder droge heiden en soortenrijke schraalgraslanden. Verstoring van deze vegetaties – door verdichting, betreding, verstuiving, of wijzigingen in het microklimaat – kan leiden tot het verdwijnen van zowel mijn gastplanten als mijzelf. Onder artikel 6 van de Habitatrichtlijn geldt daarom een verslechteringsverbod: aantasting van deze habitattypen vereist een Passende Beoordeling, ook als ik zelf niet op de bijlage van de richtlijn sta.
Bovendien rust op de provincie een zorgplicht op basis van het Besluit kwaliteit leefomgeving voor zeldzame flora buiten Natura 2000. Voor een soort als ik – die afhankelijk is van rust, schraalheid en ecologische subtiliteit – betekent dit dat iedere ingreep zorgvuldig moet worden afgewogen. Waar mijn leefgebied verdwijnt door rupsbanden, herprofilering of vermesting, verdwijnt ook mijn stem – en daarmee een stukje van het subtiele netwerk dat biodiversiteit heet.
BRONNEN
- FLORON Rode Lijst Vaatplanten Nederland (2012) – *Cuscuta epithymum* als ernstig bedreigd
- Verspreidingsatlas.nl – Voorkomen en trendgegevens klein warkruid
- Sovon, BIJ12 (voor habitattypologie heide)
- Passende Beoordeling Ontwerp-NPRD (Antea Group, 2025)
- Nature Today (2023) – Waarnemingen van klein warkruid op de Renderklippen en andere Veluwse heideterreinen