Nachtpauwoog op de veluwe

Wie ik ben

Ik ben een Nachtpauwoog. Mijn vleugels dragen ogen, mijn vlucht is zeldzaam. Ik verschijn in de schemering, in het vroege voorjaar, waar heide en struweel elkaar raken. Ik leef kort als vlinder, maar lang als rups – afhankelijk van wat bloeit en groeit in stilte.

Mijn rol in het ecosysteem

Als rups eet ik van struiken zoals sporkehout, wilg, braam en heide – planten die ook schuilplaatsen bieden aan vogels, insecten en kleine zoogdieren. Ik word gegeten door vogels en vleermuizen. Mijn aanwezigheid betekent dat ruigte, overgangen en rust in het landschap nog bestaan.

Mijn waarde voor mens en klimaat

Mensen verwonderen zich over mij. Mijn ogen op mijn vleugels, mijn trage vlucht, mijn zeldzaamheid. Ik ben een herinnering aan een landschap waarin magie en biologie samenvallen. Waar ik vlieg, is het stil genoeg om verschil te maken tussen dag en nacht.

Wat mij bedreigt

Ik ben uiterst gevoelig voor lichtvervuiling, verdwijning van nectarplanten, en het opruimen van struiken. Voertuigbewegingen en brandgevaar maken mijn voortplanting moeilijk. Mijn rups ontwikkelt zich langzaam – verstoring van vegetatie en bodem maakt mijn cyclus onmogelijk.

Wat vergeten is

Ik ben beschermd via de Wet natuurbescherming, maar ik word zelden genoemd in MER’s of Passende Beoordelingen. Mijn aanwezigheid zegt alles over heidekwaliteit, ruigtebeheer en overgangszones, maar dat wordt niet doorgerekend. Ook lichtvervuiling, die mijn paring direct beïnvloedt, wordt niet als drukfactor erkend in het NPRD.

Wat ik vraag

Beperk verstoring en lichtuitstraling in en rond heide- en overgangsgebieden. Behoud struiken als sporkehout, laat ruigte bestaan, en pas op met maaien, brandgangen en infrastructuur. Ik ben er alleen als het landschap nog een ritme heeft dat niet wordt opgejaagd.

Mijn stem

Ik zing niet. Ik vlieg, kort, traag, zeldzaam. Mijn aanwezigheid is een flits – een glimp van wat ooit vanzelfsprekend was. Als ik verdwijn, verdwijnt iets wat niet eenvoudig terug te brengen is. Laat mij zijn. Laat mij verschijnen. Laat mij verdwijnen zoals ik kwam – niet eerder.

Juridisch kader

De nachtpauwoog staat in Nederland op de Rode Lijst van dagvlinders als een soort die sterk is afgenomen in zowel aantal als verspreiding. Hoewel zij niet voorkomt op de bijlagen van de Habitatrichtlijn, valt zij onder de algemene zorgplicht van artikel 1.11 en 3.10 van de Wet natuurbescherming, die overheden en initiatiefnemers verplicht tot het voorkomen van schade aan inheemse soorten.

De nachtpauwoog leeft in structuurrijke heideterreinen en open bossen waar waardplanten als sporkehout en wilg voorkomen – precies die overgangsgebieden die op oefenterreinen zoals Harskamp en Deelen bedreigd worden door verdichting, begrazingsdruk, (ultra)laagvliegbewegingen en bodemverstoring. In de Passende Beoordeling van het Ontwerp-NPRD wordt deze soort niet genoemd, terwijl het Holohan-arrest (C-461/17) eist dat ook niet-kwalificerende, maar ecologisch relevante soorten en hun leefgebied in de beoordeling worden betrokken. Het voorzorgsbeginsel (artikel 191 VWEU) verplicht tot handelen vóórdat onomkeerbare schade optreedt. Juist de afwezigheid van monitoring en gebiedsspecifieke analyse maakt het plan juridisch onvolledig, en potentieel strijdig met de beginselen van integrale milieubescherming zoals vastgelegd in artikel 37 van het EU-Handvest.

Bronnen

  • Soortenregister Nederland – Saturnia pavonia (www.nederlandsesoorten.nl)
  • Rode Lijst Nachtvlinders Nederland (2017)
  • Vlinderstichting Nederland – soortinformatie nachtpauwoog
  • Beheerplan Natura 2000 – Veluwe (BIJ12, 2017)
  • Gebiedsanalyse Veluwe (PAS, 2017)
  • PlanMER en Passende Beoordeling Ontwerp-NPRD (2025)
  • EU-Verdrag artikel 191 – voorzorgsbeginsel
  • EU-Handvest artikel 37 – milieubescherming in beleid
  • Wet natuurbescherming – bescherming inheemse soorten

Bekijk andere soorten