Kommavlinder

Wie ik ben

Ik ben een Kommavlinder – Hesperia comma.

Ik ben klein, snel, en bijna onzichtbaar. Mijn vleugels flitsen koperkleurig boven de heide. Ik leef in zonbeschenen hoekjes waar gras kort is, de bodem schraal, het zand warm. Mijn hele bestaan is afhankelijk van nuance: een paar graden temperatuurverschil, een open plek, de juiste grashalm. Mijn soort is kwetsbaar. En zeldzaam. Op de Veluwe ben ik er nog – op een paar plekken. Maar ik verdwijn stil als de balans verstoord raakt.

Mijn rol in het ecosysteem

Ik ben een vlinder van schrale, open graslanden en zonnige heidevelden. Als rups eet ik specifieke grassoorten, zoals schapengras, en als vlinder bestuif ik bloemen die juist in voedselarme omstandigheden bloeien. Mijn aanwezigheid wijst op landschappen die zeldzaam zijn geworden: kort begraasde, bloemrijke vegetaties waar natuurlijke processen de ruimte krijgen. Ik ben prooi voor vogels en insecten, maar ook een graadmeter. Waar ik vlieg, klopt het systeem – en waar ik verdwijn, brokkelt er iets af.

Mijn waarde voor mens en klimaat

Ik ben klein, maar ik ben een teken. Mijn aanwezigheid zegt: dit heidelandschap leeft. Ik help mensen begrijpen dat ook schraalte leven geeft. Dat schoonheid niet luid hoeft te zijn.

Waar ik vlieg, zijn balans, licht en rust nog aanwezig. Ik bestuif bloemen, houd het systeem in beweging. Wat mij beschermt, beschermt het open zand en de hei – een landschap dat ook jullie koesteren.

Wat mij bedreigt

De plannen voor intensiever gebruik van Defensie oefenterreinen brengen mijn leefgebied in gevaar:

  • Zware voertuigen verdichten de bodem waar ik vlieg en mijn rupsen leven;
  • Helikopterrotors verwaaien de vegetatie waarin ik schuil;
  • Oefenzones worden gemaaid, geëgaliseerd, betreden – de grashalmen verdwijnen;
  • Lawaai en trilling breken de rust van mijn microklimaat.

Eén verkeerde ingreep, en het kost me mijn thuis. Ik heb geen buffer, geen alternatief. Als mijn biotoop wordt verstoord, eindigt mijn cyclus.

Wat vergeten is

Ik vlieg laag, in warme schrale veldjes. Als de bodem wordt geëffend of het gras wordt weggemaaid, verdwijnt de hitte die mijn vleugels draagt.

In de Passende Beoordeling ben ik niet genoemd. Ook in de Zeefmethodiek telde ik niet mee. Toch ben ik bekend op Defensieterreinen, en aangewezen als doelsoort in meerdere beheerplannen. Mijn kwetsbaarheid voor fysieke verstoring en kleinschalige veranderingen is goed gedocumenteerd. Maar ik pas niet in grofmazige kaarten of abstracte modellen. En dus ben ik over het hoofd gezien.

Wat ik vraag

Ik vraag:

  • Dat bekende leefgebieden van kommavlinders expliciet worden beschermd binnen oefenterreinen;
  • Dat beheermethoden rekening houden met mijn cyclus – geen maaien of verstoren in juli/augustus;
  • Dat microklimaten en schrale vegetaties niet ‘opgeruimd’ of geëgaliseerd worden;

Dat mijn afwezigheid in het NPRD wordt hersteld met erkenning van mijn ecologische functie

Mijn stem

Ik ben geen symbool. Ik ben een vlinder. Maar ik ben hier nog. Voorzichtig, fladderend, verbonden met zand en zon. Als ik stilval, is dat geen geluid. Maar het zegt alles over wat verdwijnt – en wat achterblijft.

Juridisch kader

De kommavlinder staat op de Nederlandse Rode Lijst als ‘bedreigd’ en is daarmee een soort waarvoor actieve bescherming noodzakelijk is. Hoewel de soort niet is opgenomen in de bijlagen van de Habitatrichtlijn, valt zij onder de zorgplicht zoals geformuleerd in artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming. Bovendien leeft de kommavlinder in habitattypes die wél als Natura 2000-doelstelling zijn aangemerkt, zoals droge heiden (H4030) en schraal grasland (H6230). De bescherming van deze leefgebieden impliceert indirect ook bescherming van de soorten die hiervan afhankelijk zijn. Op basis van het Holohan-arrest (C-461/17) geldt dat alle ecologisch significante effecten, ook op niet-kwalificerende soorten, moeten worden meegewogen in de Passende Beoordeling. In het planMER en de PB van het Ontwerp-NPRD wordt deze vlinder niet benoemd, ondanks zijn aanwezigheid op en nabij oefenterreinen zoals Harskamp en Deelen. Verstoring door zware voertuigen, verdichting van de bodem, verlies van nectarplanten en het verdwijnen van kortgrazige overgangen worden niet beoordeeld. Daarmee is het programma onvolledig getoetst en in strijd met het voorzorgsbeginsel (artikel 191 VWEU) en de vereiste ecologische onderbouwing zoals vereist door het EU-Hof van Justitie

Bronnen

  • De Vlinderstichting – Soortinformatie, verspreiding en trendgegevens
  • BIJ12 – Kennisdocument Soortenbescherming Dagvlinders (incl. specifieke vermelding van heischrale soorten)
  • Witteveen+Bos / Arcadis – Passende Beoordeling Ontwerp-NPRD (m.b.t. vegetatietypen, verstoring en habitatverlies)
  • Wet natuurbescherming (thans: Omgevingswet) – bescherming van leefgebied en zorgplicht voor soorten
  • Habitatrichtlijn 92/43/EEG – artikel 6 (verslechteringsverbod van habitattypen)
  • EU Biodiversiteitsstrategie 2030 – herstel van insectenpopulaties en instandhouding van biodiversiteit
  • Gebiedsanalyse PAS Veluwe (2017) – verdroging en verdwijnen van heischrale leefgebieden door intensief beheer
  • Rapport SynBioSys/Floron – vegetatieanalyse Veluwe: afname van nectarplanten en waardplanten voor dagvlinders
  • Dijkstra & Wynhoff (2011) – Dagvlinders en natuurbeheer: effecten van verstoring, maaibeheer en versnippering

Bekijk andere soorten