Heikikker

WIE IK BEN

Mijn leven begint in venige wateren, waar ik in het voorjaar roep, paar, en mijn eieren leg. Mijn huid is kwetsbaar, mijn habitat beperkt, mijn overleving afhankelijk van waterkwaliteit, rust en bodemstructuur. In de lente kleuren de mannetjes blauw, een zeldzaam schouwspel dat slechts enkele dagen duurt. Ik ben een van de meest karakteristieke amfibieën van de Veluwe – stil, bescheiden, maar onvervangbaar.

Ik ben strikt beschermd onder bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Elke opzettelijke verstoring van mij, mijn eieren of leefgebied is verboden – overal.

MIJN ROL IN HET ECOSYSTEEM

Ik leef tussen land en water, in de randen waar leven zich vernieuwt. Als larve zuiver ik het water door algen en organisch materiaal te verteren. Als volwassen kikker houd ik insectenpopulaties in balans en ben ik zelf voedsel voor vogels, ringslangen, reigers en roofdieren. Mijn aanwezigheid zegt iets over de kwaliteit van water, bodem en rust in het landschap. Ik verbind seizoenen: mijn paartijd kleurt het ven blauw, mijn eieren voeden het voorjaar, mijn trektochten markeren een gezond ecosysteem. Waar ik voortplant, leeft het moeras – waar ik zwijg, droogt het systeem langzaam uit.

MIJN WAARDE VOOR MENS EN KLIMAAT

Ik ben een indicatorsoort. Als ik er ben, zijn het water, de bodem en de biodiversiteit gezond. Ik help insectenpopulaties in balans houden en vorm voedsel voor vogels en zoogdieren. 

Mijn aanwezigheid betekent dat het systeem nog werkt: het ritme van seizoenen, van waterstanden, van leven dat ademt op stilte. Voor mensen ben ik bovendien erfgoed – de blauwe roep van de lente, symbool van kwetsbare veenvennetjes waar mens en natuur elkaar raken.

wat mij bedreigt

De plannen van Defensie brengen mijn voortplantingscyclus en habitat direct in gevaar:
Ik vraag dat mijn voortplantingsplaatsen – de ondiepe poelen waarin ik roep, paring zoek en mijn eieren afzet – worden beschermd. Niet abstract, maar concreet: door ze zichtbaar af te bakenen en van februari tot en met mei volledig uit te sluiten van menselijke activiteiten. Ik vraag om zichtbaarheid: dat mijn aanwezigheid wordt gemonitord, juist daar waar grondverzet of zware voertuigen zijn gepland. Niet omdat ik zeldzaam ben, maar omdat ik kwetsbaar ben. Ik vraag dat Defensie haar zorgplicht serieus neemt. Niet alleen binnen de grenzen van Natura 2000, maar overal waar mijn leefgebied zich uitstrekt. En ik vraag dat de effectbeoordelingen van het ontwerp-NPRD mij niet vergeten. Dat ze mij niet wegvinken, maar werkelijk meenemen in de beoordeling – met aandacht voor mijn cyclus, mijn biotoop, en de samenhang die ik nodig heb om te overleven. Ik ben afhankelijk van rust, van natte schrale zones, van intacte verbindingen tussen land en water. Worden die onderbroken – dan verdwijn ik.

WAT VERGETEN IS

Grondtrillingen, verdichting en drainage raken precies die plekken waar ik mijn eiklompen afzet – natte laagtes in het open veld. Wat stil lijkt, sterft toch.

Ik ben niet genoemd in de Passende Beoordeling van het ontwerp-NPRD, ondanks mijn status als strikt beschermde soort. Mijn voortplantingswateren liggen pal naast geplande oefenzones. Mijn kwetsbaarheid voor trillingen, schaduw en licht is goed bekend in ecologisch onderzoek – maar ontbreekt in besluitvorming.
De Zeefmethodiek keek naar mensen. Niet naar amfibieën die zich stil voortbewegen over natte bodem, in kwetsbare tijdvensters. Dat is niet alleen een ecologische omissie, maar ook een juridische.

WAT IK VRAAG

Ik vraag dat mijn voortplantingsplaatsen – de ondiepe poelen waarin ik roep, paring zoek en mijn eieren afzet – worden beschermd. Niet abstract, maar concreet: door ze zichtbaar af te bakenen en van februari tot en met mei volledig uit te sluiten van menselijke activiteiten. Ik vraag om zichtbaarheid: dat mijn aanwezigheid wordt gemonitord, juist daar waar grondverzet of zware voertuigen zijn gepland. Niet omdat ik zeldzaam ben, maar omdat ik kwetsbaar ben. Ik vraag dat Defensie haar zorgplicht serieus neemt. Niet alleen binnen de grenzen van Natura 2000, maar overal waar mijn leefgebied zich uitstrekt. En ik vraag dat de effectbeoordelingen van het ontwerp-NPRD mij niet vergeten. Dat ze mij niet wegvinken, maar werkelijk meenemen in de beoordeling – met aandacht voor mijn cyclus, mijn biotoop, en de samenhang die ik nodig heb om te overleven.

mijn stem

Ik ben een heikikker. Ik roep niet vaak, en als ik roep, hoor je mij maar even. Maar mijn roep betekent dat het ecosysteem nog leeft. Als ik zwijg – is het landschap stiller geworden dan goed is.

juridisch kader

De heikikker is opgenomen in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (92/43/EEG) en geniet daarom strikte bescherming. Deze verplichting is geïmplementeerd in artikel 3.5 en 3.10 van de Wet natuurbescherming, wat betekent dat zowel de voortplantingsplaatsen als de functionele leefgebieden buiten Natura 2000-gebieden behouden moeten blijven. Volgens vaste jurisprudentie (C-98/03, Commissie vs. Duitsland en C-477/19, Föreningen Skydda Skogen) moet bij ieder plan of project worden verzekerd dat geen schade wordt toegebracht aan essentiële functies zoals voortplanting, overwintering en migratie. De planMER en de Passende Beoordeling die horen bij het Ontwerp-NPRD onderkennen het voorkomen van de heikikker op de Veluwe, maar verzuimen een gebiedsspecifieke impactanalyse uit te voeren, bijvoorbeeld op MLT Harskamp en Deelen, waar (tijdelijke) waterpartijen en natte laagten worden verstoord of verdrogen. Dit is in strijd met het voorzorgsbeginsel (artikel 191 VWEU), het integratiebeginsel (artikel 37 EU-Handvest) en de vereisten uit het Holohan-arrest (C-461/17), dat eist dat alle elementen die bijdragen aan het behoud van een soort meegewogen worden.

BRONNEN

  • BIJ12 – Kennisdocument Heikikker (2017)
  • Zoogdiervereniging / NDFF – verspreidingsgegevens
  • Habitatrichtlijn (Bijlage II + IV)
  • Wet natuurbescherming
  • Rijksuniversiteit Groningen – Licht op Natuur
  • EU Biodiversiteitsstrategie 2030
  • Passende Beoordeling Ontwerp-NPRD
  • Zeefmethodiek Defensie (NPRD)

Bekijk andere soorten