Grote Weerschijnvlinder

Wie ik ben

Ik ben een grote weerschijnvlinder (Apatura iris).

Mijn vleugels glanzen blauw-paars in de zon, maar alleen vanuit de juiste hoek. Ik leef in de kruinen van oude bossen, waar ik uitkijk vanaf populieren, zomereiken en wilgen. Als rups leef ik van de sleedoorn en wilg. Mijn leven speelt zich af tussen licht en bladerdak – ik ben zeldzaam, stil en plaatsgetrouw. Waar ik vlieg, is het bos in balans.

Mijn rol in het ecosysteem

Ik ben een bio-indicator voor gezonde, structuurrijke loofbossen. Mijn rupsen voeden zich met bladeren van specifieke bomen, mijn adulten bestuiven bloemen en voorzien vogels en insecteneters van voedsel. Ik markeer de samenhang tussen ondergroei en boomtop. Zonder mij ontbreekt het hoogste niveau van verbinding – tussen wortel, stam en kroon.

Mijn waarde voor mens en klimaat

Ik ben een ambassadeur van biodiversiteit. Mijn verschijning maakt zichtbaar wat anders onopgemerkt blijft: de rijkdom van het bos als systeem. Mijn vlucht is een beloning voor wie aandacht heeft. Ik verbindt natuurbescherming met verwondering, wetenschap met schoonheid. Waar ik besta, is ook ruimte voor stilte, schaduw en respect voor complexiteit.

Wat mij bedreigt

Verstoring van mijn leefgebied door helikoptervluchten, explosies en voertuigen;
Kaalslag of verdunning van oud loofbos waarin ik rust en voortplant;
Verdroging en achteruitgang van bosstructuur door stikstof en klimaatdruk;
Licht- en geluidsoverlast die mijn gedrag verstoort;
Fragmentatie van bosgebieden waardoor uitwisseling tussen populaties onmogelijk wordt.

Wat vergeten is

Ik kom voor in bossystemen met hoge natuurwaarde en continuïteit van structuur, rust en begroeiing. Deze kenmerken overlappen met gebieden waar het Ontwerp-NPRD nieuwe activiteiten voorziet. Toch ben ik niet opgenomen in de Passende Beoordeling of het planMER. Mijn afwezigheid in de analyse betekent niet dat ik er niet ben – het betekent dat er niet gezocht is. En juist dat is juridisch problematisch voor plannen die een impact kunnen hebben op mijn voortbestaan.

Wat ik vraag

  • Dat mijn leefgebied expliciet wordt opgenomen in de effectbeoordeling;
  • Dat gebieden met structuurrijk oud loofbos worden gevrijwaard van militaire intensivering;
  • Dat mijn afwezigheid in het MER wordt hersteld via een actualisatie op basis van NDFF-gegevens;
  • Dat mijn soort wordt erkend als indicator voor boskwaliteit in monitoringkaders.

Mijn stem

Ik ben geen roeper. Ik vlieg stil – hoog, elegant en zeldzaam. Maar mijn verdwijnen verraadt een diepere ruis: een verlies aan structuur, verbinding en geduld.

Juridisch kader

De Grote weerschijnvlinder is een inheemse dagvlindersoort die voorkomt op de Rode Lijst van Nederlandse vlinders en wordt beschermd onder artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming. De soort leeft in structuurrijke bossen met open plekken, ruigte en vochtige overgangen, zoals die aanwezig zijn op en rond MLT Deelen. Hoewel zij niet expliciet is opgenomen in de bijlagen van de Habitatrichtlijn, is haar habitat (met name vochtig voedselrijk bos en overgangen naar graslanden) nauw verweven met beschermde habitattypes onder Natura 2000. Volgens het Holohan-arrest (C-461/17) en recente jurisprudentie (C-473/19 en C-474/19) moeten ook functionele elementen van soorten en ecosystemen buiten het directe Natura 2000-gebied worden beoordeeld wanneer er potentieel significante effecten optreden. In het planMER en de Passende Beoordeling ontbreekt een gebiedsspecifieke analyse van effecten op deze soort, terwijl die nodig is vanwege toegenomen lichtverstoring, verstoring van vliegzones en verlies van nectarrijke vegetatie. Deze lacune in de effectbeoordeling ondermijnt het voorzorgsbeginsel zoals vastgelegd in artikel 191 VWEU.

Bronnen

  • Wet natuurbescherming, artikel 3.10 – bescherming van inheemse soorten (vlinders) die niet op EU-bijlagen staan maar wel op de nationale Rode Lijst.
  • Holohan-arrest, HvJ EU, zaak C-461/17 – verplichting tot beoordeling van functionele delen van ecosystemen bij significante effecten buiten Natura 2000.
  • C-473/19 en C-474/19 – arresten over cumulatieve effectbeoordeling bij niet-exact gelokaliseerde verstoringen op beschermde gebieden.
  • Artikel 191 VWEU – voorzorgsbeginsel bij onzekerheid over milieueffecten.
  • Handvest van de Grondrechten van de EU, artikel 37 – integratie van milieubescherming in alle beleidsterreinen.
  • PAS Gebiedsanalyse Veluwe (2017) – beschrijving van habitatkwaliteit in overgangszones van bos en heide (voor nectar- en waardplanten van vlindersoorten).
  • PlanMER Nationaal Programma Ruimte voor Defensie – analyse van militaire activiteiten op en rond MLT Deelen.
  • Rode Lijst Dagvlinders Nederland (vlinderstichting.nl, meest recente update) – beschermingsstatus Grote Weerschijnvlinder.
  • Habitatrichtlijn 92/43/EEG – richtsnoer voor beoordeling van habitattypen en soorten (in relatie tot landschappelijke samenhang).

Bekijk andere soorten