Wie ik ben
Ik ben een zandhagedis – Lacerta agilis.
Ik warm me op in de ochtendzon op open zandige plekken, glip door struikhei en leg mijn eieren in losse, schrale bodem. De Veluwe is mijn thuis. Hier leef ik van insecten, hier leg ik mijn nesten, hier zoek ik dekking tussen braam en pijpenstrootje. Ik ben stil, klein, maar onmisbaar. Als ik verdwijnt, verdwijnt het heidelandschap zoals het bedoeld is.
Ik ben strikt beschermd onder bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Dat betekent: géén verstoring, géén vernietiging van mijn leefgebied, géén veronachtzaming van mijn bestaan.
Mijn rol in het ecosysteem
Ik beweeg tussen zon en zand, als bewoner van de warmste, open plekken in het landschap. Daar ben ik niet alleen. Ik jaag op insecten, spinnen en larven, en houd zo de balans in toom tussen plaag en populatie. Zelf ben ik voedsel voor roofvogels, marters en slangen. Mijn aanwezigheid wijst op gezond, soortenrijk terrein – schraal, maar levend. Ik ben afhankelijk van een mozaïek van structuren: open zand, lage vegetatie en rustige randen. Waar ik leef, is het landschap in evenwicht. Waar ik verdwijn, volgt vaak verarming – eerst van soorten, dan van samenhang.
Mijn waarde voor mens en klimaat
Ik ben geen roofdier of bestuiver, maar ik ben een bouwsteen. Mijn aanwezigheid duidt op gezonde, open vegetaties met hoge biodiversiteit. Ik help insectenpopulaties beheersen en ben zelf voedsel voor roofvogels en dassen. Mijn nissen in de bodem verbeteren de structuur van de grond. Voor mensen ben ik een icoonsoort – zichtbaar, herkenbaar, kwetsbaar.
Waar ik leef, werkt het landschap nog. Wat mij beschermt, beschermt stilte, zon en zand.
Wat mij bedreigt
De plannen van Defensie vormen een directe bedreiging voor mijn voortbestaan op en rond MLT Deelen:
- Rupsbandvoertuigen en terreinwagens over mijn zonneplekken;
- Graafwerkzaamheden voor aanleg van een dirt strip midden in mijn biotoop;
- Trillingen en schaduw van laagvliegende helikopters boven heideveld
- Intensiever gebruik van open terrein in voorjaar en zomer, precies tijdens mijn voortplantingsseizoen.
Eén bandenspoor kan mijn nest verpletteren. Eén graafactie kan mijn holen vernietigen. En één maand extra verstoring kan een jaar voortplanting doen mislukken.
Wat vergeten is
Ik warm me op aan de rand van het pad. Maar als dat pad wordt verdicht, verbreed of geblokkeerd door voertuigen, koelt mijn toekomst af
In de Passende Beoordeling ben ik slechts indirect genoemd, ondanks mijn status als bijlage IV-soort. Mijn habitat ligt midden in het oefengebied, maar mijn bescherming werd niet concreet uitgewerkt. De verplichting tot het voorkomen van opzettelijke verstoring geldt overal – ook buiten Natura 2000. Dat lijkt Defensie te vergeten.
De Zeefmethodiek keek naar mensen, maar niet naar mij. Terwijl ik letterlijk onder jullie voeten leef.
Wat ik vraag
Ik vraag:
- Dat alle geplande activiteiten in mijn voortplantingsgebied (maart–augustus) worden opgeschort of verplaatst;
- Dat mijn habitat expliciet wordt afgebakend, beschermd en gemonitord;
- Dat de dirt strip en omliggende infrastructuur worden uitgewerkt met uitsluiting van droog heidelandschap;
- Dat Defensie haar wettelijke zorgplicht voor strikt beschermde soorten actief en zichtbaar toepast.
Mijn stem
Ik ben een zandhagedis. Ik heb geen stem, maar wel recht. Ik hoor hier – niet onder rupsbanden, maar in de zon, op zand, in stilte. Bescherm mij, en je beschermt de bodem waarop ook jullie voortbestaan rust.
Juridisch kader
Ik ben strikt beschermd onder bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn. Dat betekent dat het verboden is mij te verstoren of mijn verblijfplaatsen te beschadigen – inclusief eiafzetplekken, zonplekken en overwinteringsplaatsen. Deze bescherming is in Nederland vastgelegd in de Omgevingswet, en geldt jaarrond. Alleen bij dwingend openbaar belang, zonder alternatieven, én als mijn populatie behouden blijft, is een ontheffing mogelijk.
Mijn leefgebied overlapt met kwetsbare Natura 2000-habitattypen zoals droge heide en stuifzand. Verstoring of aantasting van deze gebieden valt onder het verslechteringsverbod van artikel 6 van de Habitatrichtlijn en vereist een Passende Beoordeling. Dat geldt ook voor tijdelijke of indirecte effecten, zoals trillingen of verdroging. Volgens vaste jurisprudentie (o.a. ECLI:NL:RVS:2022:1215) is onvoldoende ecologisch onderzoek reden voor vernietiging van vergunningen.
Daarnaast geldt een zorgplicht voor provincie en initiatiefnemers op basis van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Mijn aanwezigheid dwingt tot zorgvuldigheid. Wie mijn leefgebied aantast zonder onderbouwing, overtreedt niet alleen de wet – maar ook het ecologisch evenwicht.
Bronnen
- BIJ12 – Kennisdocument Soortenbescherming Zandhagedis (2020)
- RAVON – Ecologie en verspreiding van de zandhagedis
- Habitatrichtlijn 92/43/EEG – Bijlage IV: verbod op opzettelijke verstoring
- Wet natuurbescherming – strikt beschermde soorten buiten Natura 2000
- Passende Beoordeling Ontwerp-NPRD – algemene beoordeling effecten op reptielen
- Zeefmethodiek Defensie – locatiekeuze zonder reptielbeschouwing
- EU Biodiversiteitsstrategie 2030 – behoud van structurele biodiversiteit in droge ecosystemen
- Gebiedsanalyse PAS Veluwe (2017) – verdwijnen van zandige plekken en verstoring van voortplantingsplaatsen reptielen.